Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Nieuwsmisc/arrow-dots-blackStandpunt prehabilitatie voor patiënten met colorectoraal syndroom
Nederlandse Vereniging voor Heelkunde publiceert standpunt prehabilitatie

Standpunt prehabilitatie voor patiënten met colorectoraal syndroom

Dinsdag 2 mei 2023Afbeelding Standpunt prehabilitatie voor patiënten met colorectoraal syndroom

In april 2023 heeft de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) een standpunt prehabilitatie gepubliceerd. De diëtist speelt een belangrijke rol bij prehabilitatie. Een goede voedingsstatus is namelijk één van de vijf pijlers in het prehabilitatieprogramma. Daarom geeft het standpunt aanbevelingen voor de diëtist.

In het standpunt worden de kernpunten van het prehabilitatieprogramma voor patiënten met colorectaal carcinoom (CRC) beschreven. Het standpunt is een aanvulling op de bestaande richtlijn colorectoraal carcinoom. Het standpunt is opgesteld op basis van expert opinion. Namens de NVD zat diëtist Myriam van Zandvoort in de klankbordgroep.

Voor wie is het standpunt bedoeld?

Dit standpunt is primair bestemd voor chirurgen en ziekenhuizen ten behoeve van het optimaal voorbereiden van een patiënt met colorectaal carcinoom op de operatie. Tevens is het product bedoeld als leidraad voor andere beroepsgroepen die betrokken zijn bij prehabilitatie, zoals sportartsen, anesthesiologen, geriaters / internisten ouderengeneeskunde, fysiotherapeuten, psychologen, verpleegkundigen en diëtisten. Samen beslissen is een vast onderdeel van het prehabilitatieproces. De samenwerking tussen de betrokken zorgverleners is multidisciplinair, integraal en lijnoverstijgend.

Wat is het doel van prehabilitatie?

Prehabilitatie heeft de intentie dat patiënten fitter worden vóór een grote operatie. Hierbij wordt er invloed uitgeoefend op de gezondheid met een sneller herstel en minder complicaties als doel. Hoe fitter iemand de operatie ingaat, hoe groter de kans dat iemand beter uit de operatie komt. Het programma wordt op maat gemaakt en kan bestaan uit fysieke training, aangepaste voeding, mentale  ondersteuning en stoppen met roken en alcohol. Momenteel wordt dit vooral toegepast bij patiënten met darmkanker die een operatie ondergaan.

Het prehabilitatieprogramma bestaat uit vijf onderdelen:

  1. Fysieke fitheid
  2. Voedingsstatus
  3. Mentale weerbaarheid
  4. Comorbiditeit, anemie en kwetsbaarheid 10
  5. Intoxicaties

Wat is de rol van de diëtist?

De preoperatieve dieetbehandeling heeft als doel een slechte voedingstoestand van de patiënt te verbeteren of een goede voedingstoestand te behouden en het effect van de krachttraining te vergroten. Op deze manier gaan patiënten zo fit mogelijk de operatie in om daarmee de herstelkansen te verbeteren en het complicatierisico te verminderen.

Screening

De diëtist speelt hierin natuurlijk een belangrijke rol. Eerst worden patiënten gescreend op ondervoeding. Patiënten met een risico op ondervoeding dienen in ieder geval naar de diëtist te worden verwezen voor advies op maat.

Nutritional assessment

De diëtist voert vervolgens een nutritional assessment uit. Het beoordelen van de voedingstoestand en de voedingsbehoefte gebeurt aan de hand van anamnese en metingen. Deze zijn in te delen in 3 domeinen, namelijk ‘voedselinname, verbruik en verliezen’, ‘lichaamssamenstelling en nutriëntenreserves’ en ‘functionele parameters’. Een overzicht van de meetmethoden die per domein toegepast worden is terug te vinden in de Leidraad Prehabilitatie Diëtetiek.

Behandelplan

Aan de hand daarvan stelt de diëtist een passend behandelplan op. Als basisadvies worden de Richtlijnen Gezonde Voeding aangehouden voor iedere patiënt. Daarnaast wordt de nadruk gelegd op een ruime eiwitinname om het effect van de krachttraining te vergroten.

Wat zijn de aanbevelingen voor de dieetbehandeling?

De optimale dieetbehandeling dient op individueel niveau te worden bepaald. Bij het preoperatief optimaliseren van de conditie, worden de volgende aanbevelingen gedaan:

  • De totale energiebehoefte van de patiënt bestaat uit een combinatie van het rustmetabolisme en een toeslagfactor voor activiteit en ziekte. Om het rustmetabolisme zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, heeft het de voorkeur dit te meten met behulp van indirecte calorimetrie. Indien dit niet haalbaar is kan het rustmetabolisme geschat worden met behulp van de WHO- of Harris en Benedict (1919) formule. Tevens dient een schatting te worden gemaakt voor eventueel optredende verliezen in energie.
  • Voor spieropbouw is beweging in combinatie met voldoende inname van eiwitten essentieel. Bij prehabilitatie wordt 1,5 gram eiwit per kg VVM als minimale behoefte gezien, maar wordt 1,9 gram eiwit per kg VVM aanbevolen (ofwel 1,2-1,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht).
  • Timing van maaltijdmomenten is van invloed op de spiereiwitsynthese rondom krachttraining. Daarom wordt aanbevolen om 20-30g eiwit (van hoogwaardige kwaliteit) binnen 30-60 minuten na krachttraining te gebruiken. Tevens wordt voor een maximale eiwitsynthese aanbevolen om minimaal 4 maal daags een portie van 20-30g eiwit te gebruiken, te starten bij het ontbijt en de laatste portie 30 minuten voor de nachtrust.
  • Indien mogelijk worden daarnaast zo veel mogelijk de Richtlijnen Goede Voeding aangehouden. Bij complexe voedingsproblematiek en slechte voedingstoestand zal het voedingsadvies echter niet altijd overeenkomen met de Richtlijnen Goede Voeding. Suppletie van vitamines en mineralen is alleen nodig bij deficiënties en wanneer inname niet of onvoldoende mogelijk is. In dat geval wordt suppletie tot maximaal 100% van de ADH geadviseerd. Extra aandacht behoeft de inname van vitamine D volgens het advies van de Gezondheidsraad (10-20 ?g/dag).

Om aan bovenstaande aanbevelingen te voldoen kan zo nodig eiwitsuppletie of medische voeding worden ingezet.

Auteurs