Veelgestelde vragen
Arbeidsovereenkomsten
Op de site van de Belastingdienst is een overeenkomst te vinden voor de aanname van personeel in zzp verband en praktijkwaarneming.
AVG
Zeker. Kijk voor meer informatie op onze website informatie en stappenplannen AVG.
Nee dat mag niet, je mag niet zomaar mensen benaderen.
Klik hier om naar de AVG toolkit te gaan.
Bewindvoering
Ja, dat moet altijd. Buiten de basisverzekering moet altijd de bewindvoerder wordt ingelicht.
CAO
Er bestaan cao’s voor diëtisten werkzaam bij ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT), gehandicaptenzorg, psychiatrie, Universitaire centra en Universiteiten. Dit zijn afspraken die werkgevers maken met vakbonden. Zorgmedewerkers worden door verschillende vakbonden vertegenwoordigd. Diëtisten in loondienst binnen een cao worden vertegenwoordigd door de Federatie van Beroepsorganisaties (FBZ).
Nee, als je voor een cao kiest dien je deze volledige te volgen op alle punten en niet bepaalde onderdelen. Voor diëtistenpraktijken is geen cao. Vaak wordt uitgegaan van de cao-ziekenhuizen of verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.
Coderingen
Diagnosecodes zijn zo algemeen mogelijk opgesteld om een onuitputtelijke lijst met diagnose codes te voorkomen. Sarcopenie kan onder ondervoeding geschaard worden. Daarom is er geen noodzaak bij de zorgverzekeraar voor een aparte diagnosecode.
De prestatiebeschrijving voor het telefonisch consult is vervallen. Het telefonisch consult valt onder de prestatiebeschrijving regulier consult (6000). Voor het telefonsich consult kun je de prestatiecode 6000 en 6005 gebruiken. Sommige verzekeraars hebben prestatiecodes 6005 geschrapt. In dat geval kun je de telefonische zitting alleen onder code 6000 declareren.
Deze code bestaat niet meer. Alle diëtisten afgestudeerd na 2012 hebben DTD in de opleiding meegekregen. De meeste diëtisten die hiervoor zijn afgestudeerd hebben de nascholing hieromtrent gevolgd en zijn bevoegd en bekwaam.
COVID-19
Momenteel kan niemand meer meedoen aan het onderzoek. De meeste EPD’s hebben een apart Covid tabblad met daarop de vragen van het onderzoek. De NVD ziet wel graag dat dit tabblad gebruikt wordt, om zodoende data te genereren. Deze data kan op termijn worden opgevraagd door diverse instanties.
De 7 uur behandeltijd geldt per 6 maanden. De herstelzorg is verdeeld over 2 keer 6 maanden, met 7 uur per 6 maanden.
In een bestaand behandel traject kan na verwijzing voor Covid 19 door de arts, begonnen worden met de herstelzorg.
De startdatum van de 6 maanden is de datum van de behandeling van de eerste paramedicus die voor het herstel van covid-19 de behandeling heeft gestart. De tijd die de diëtetiek nog heeft in die 6 maanden is de tijd die er nog over is na start behandeling van de fysio.
Als de patiënt covid-19 herstelzorg heeft genomen en er is daarna nog een behandeltraject bij de diëtist nodig, moet dit in de basisverzekering onder een andere diagnose dan covid-19 gedeclareerd worden.
Heeft de patiënt geen covid-19 herstelzorg ontvangen, maar wil toch vanwege covid-19 een behandeling bij de diëtist, kan dit onder de normale afspraak van de basisverzekering onder de diagnosecode Covid 0095.
Nee, de herstelzorg is opgedeeld in 2 keer een halfjaar. Het eerste halfjaar moet worden ingezet binnen 4 maanden na eindigen ziektestadium. De herstelzorg gaat op verwijzing van de huisarts. Is er na 6 maanden nog steeds herstelzorg nodig, is er een nieuwe verwijzing noodzakelijk. De tweede termijn herstelzorg is max 6 maanden met max 7 uur voor de diëtetiek.
Een verwijzing van een huisarts of medisch specialist is vereist. De huisarts of medisch specialist stelt vast of paramedische herstelzorg aangewezen is.
Als de covid-19 behandeling is afgerond gaat de reguliere zorg of ketenzorg weer gelden. Je wordt doorbehandeld onder andere diagnose, indien van belang.
Declareren
Er zijn 4 prestatiecodes die je kunt gebruiken voor het declareren van groepsbijeenkomsten. Kijk hiervoor in je EPD en in je contracten. De complete lijst van prestatiecodes is te vinden op Vektis. Wij vallen onder 012.
In de 1e lijn kun je alleen elektronisch declareren via Vecozo. Hiervoor heb je een EPD nodig, die dit faciliteert. Om te kunnen declareren bij de zorgverzekeraar van jouw cliënt hoef je geen contract te hebben met de betreffende zorgverzekeraar. De patiënt krijgt mogelijk niet alles vergoed wat jij bij de patiënt factureert.
Meer informatie is te vinden op onze website declareren bij zorgverzekeraars.
Evry, Intramed en Balans. Intramurale zorginstellingen kunnen een ander systeem gebruiken om eerstelijnszorg te declareren.
Alleen CZ doet dit niet als je geen contract bij ze hebt. Heb je wel een contract bij CZ, dan doen ze het wel.
Kijk je contract na wat hierover afgesproken is. Is daar niets over vastgelegd, ga dan in overleg met de zorggroep.
Het ligt aan de indicatiestelling waarvoor de patiënt in de instelling woont. Vraag na of in de behandeling de diëtetiek is meegenomen (Wet Langdurige zorg indicatie/Eerstelijnsverblijf indicatie). Als dat zo is, dan moet je met die Wet Langdurige zorg/Eerstelijnsverblijf instelling een contract hebben voor betaling. Jouw betaling loopt dan buiten de basisverzekering om. Heeft de indicatiestelling niets te maken met hetgeen waar jij voor komt, dan declareer je in de basisverzekering.
Een huisbezoek mag alleen op indicatie van de arts. Je moet de prestatiecode aanvinken in je EPD . Vraag na bij je EPD leverancier hoe je dat moet doen.
Ja, als de aanspraak uit de basisverzekering wordt betaald. Pas als de 180 minuten op zijn wordt de aanvullende verzekering gebruikt. Bij ketenzorg en de GLI is geen eigenrisico van toepassing.
In het geval van voedingsadvies zonder medische diagnose wordt het uit de aanvullende verzekering betaald. Hier zit geen eigen risico op.
Dieetbehandeling online
Een vergoeding moet gebaseerd zijn op een van de beleidsregels extramurale diëtetiek. Op de website van de Nederlandse Zorgautoriteit is er meer informatie te vinden.
Videobellen en telefonisch consult gaan per 2023 allemaal onder de prestatiecode vallen van het reguliere consult (6000). Dit is inmiddels ook opgenomen in de prestatiebeschrijving van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Dieetkosten
De aftrekbare bedragen zijn berekend op basis van de meerkosten dat een specifiek dieet geeft ten opzichte van de referentievoeding. De referentievoeding is gelijk aan een gezonde voeding, rekening houdend met het voedingspatroon van de Nederlander en gebaseerd op de Schijf van Vijf (2016). De referentievoeding wordt vertaald naar een dieetadvies, waarbij ook wordt gekeken naar de voedingsnormen voor zowel macro–als micronutriënten. Het Nibud berekent jaarlijks de kosten van een gezonde voeding. Daarbij worden de gemiddelde prijsgegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gebruikt, waarbij de gemiddelde kosten van bepaalde voedingsmiddelen over een heel jaar worden berekend. Uitgangspunt voor het berekenen van de referentievoeding is de aanbevolen hoeveelheden voeding per dag voor een volwassen man in de leeftijd van 19 tot 50 jaar. Geen enkele leeftijdsgroep wordt zo tekortgedaan, omdat deze leeftijdsgroep in het algemeen de meeste voeding consumeert ende meeste kosten maakt.
Voor de actuele dieetlijst met daarin de ziektebeelden, bijbehorende diëten en actuele kenmerken en uitgangspunten, wordt gebruik gemaakt van de volgende naslagwerken:
- Dieetbehandelrichtlijnen (20/10 Uitgevers, doorlopend geactualiseerd).
- Artsenwijzer Diëtetiek (NVD, doorlopend geactualiseerd).
- Voedingskennis.nl (Bohn Stafleu van Loghum, doorlopend geactualiseerd).
- Levensmiddelendatabank (verzamelt en beheert gegevens van stoffen die
voedselovergevoeligheid kunnen veroorzaken en worden doorlopend geactualiseerd.
Het formulier wordt ingevuld voor het jaar waarvoor aangifte gedaan gaat worden door de arts of diëtist die verklaart dat iemand op medisch voorschrift een dieet dient te volgen. Het formulier wordt ingevuld voor degene die het dieet dient te volgen. Op het formulier wordt het nummer van het dieet ingevuld voor de periode dat iemand het specifieke dieet heeft gevolgd. In de bijlage van het formulier is te vinden onder welk nummer het dieet valt. Het is mogelijk dat iemand meerdere diëten die meerkosten geven heeft. Deze nummers dienen apart genoteerd te worden met de periode dat het dieet is gevolgd.
Een arts of diëtist verklaart in de dieetbevestiging dat iemand in het desbetreffende jaar een specifiek dieet heeft gevolgd. Van belang is om vast te stellen of er in het desbetreffende jaar waarvoor aangifte gedaan wordt sprake is geweest:
- Van de ziekte of aandoening en/of teruggekeerd is (bijvoorbeeld kanker) of
opgevlamd is (bijvoorbeeld bij reuma); - Het noodzakelijk was dat iemand (tijdelijk) een specifiek dieet heeft gevolgd.
Om dit te kunnen bepalen of te beoordelen is aan de arts of diëtist en ook om daar wel of niet een consult voor in te plannen. Ook hiervoor geldt dat het niet van belang is voor de Belastingdienst of iemand daadwerkelijk het dieet heeft gevolgd.
Bij een dieet dat levenslang (zoals een glutenvrij dieet bij coeliakie) gevolgd dient te worden, kan het zijn dat iemand niet meer onder behandeling is, maar wel in aanmerking komt voor een aftrekbaar bedrag. Omdat de ziekte of aandoening nog steeds aanwezig is en het noodzakelijk is dat iemand het voorgeschreven dieet blijft volgen dan kan een dieetbevestiging door de arts of diëtist die het dieet eerder heeft voorgeschreven (of opvolger) ingevuld worden. Of iemand therapietrouw is en wel of niet het dieet daadwerkelijk volgt, is niet van belang voor de Belastingdienst.
Criteria zijn:
- Medisch voorschrift: iemand komt alleen in aanmerking voor een dieetkosten aftrek als iemand op voorschrift van een arts of diëtist een specifiek dieet volgt.
- Meerkosten: iemand door het specifieke dieet extra kosten (in vergelijking met de referentievoeding) heeft en geen vergoeding vanuit de zorgverzekering of bijzondere bijstand ontvangt.
Zijn beide criteria van toepassing dan kan dieetbevestiging ingevuld worden.
Een dieetbevestiging is nodig als de Belastingdienst daar om vraagt. Een dieetbevestiging geldt voor het jaar waarvoor iemand aangifte doet. Een dieetbevestiging voor een dieet dat tijdelijk is gevolgd, kan alleen voor de periode in het betreffende jaar dat het gevolgd is en meerkosten geeft, meegenomen worden in de berekening van de zorgkosten. Een dieet dat levenslang gevolgd dient te worden, kan elk jaar meegenomen worden in de berekening van de zorgkosten en als er door de Belastingdienst om wordt gevraagd dan dient de dieetbevestiging ingevuld en overlegd te worden. Er zijn mensen die uit voorzorg jaarlijks een dieetbevestiging laten invullen, maar dit is niet verplicht.
Een dieetbevestiging is een verklaring ingevuld door diëtist of arts, dat iemand een bepaald dieet volgt. Met deze dieetbevestiging kunnen meerkosten worden opgevoerd bij de belastingdienst, wat leidt tot fiscale aftrek. Mensen die op eigen initiatief een dieet volgen en/of niet onder behandeling zijn geweest bij een arts of diëtist, kunnen geen meerkosten opvoeren.
Iemand die op medisch voorschrift een dieet volgt, kan in aanmerking komen voor een tegemoetkoming bij de Belastingdienst door middel van een fiscale aftrek van de meerkosten bij het onderdeel specifieke ziektekosten.
Aftrek is alleen mogelijk voor diëten die in de dieetlijst staan. Dieetpreparaten zijn in het basispakket van de zorgverzekering opgenomen en leveren dan ook geen daadwerkelijke meerkosten op.
Digitale communicatie
Zowel Zorgmail als Zorgdomein zijn goede manieren om digitaal beveiligd te communiceren. De gewone mail kan helaas niet, dat is niet beveiligd. In Zorgdomein kunnen ook verwijzingen gedaan worden en ben je zichtbaar voor je verwijzers. Zorgmail is alleen maar een beveiligde postbus. Beide diensten zijn niet gratis. Kijk bij de diverse bedrijven wat het kost en bedenk hoeveel je ervoor over wilt hebben. Alle huisartsen maken gebruik van tenminste 1 van beiden. Vraag na wat bij jou in de regio het meest gebruikt wordt, dan kan je dat volgen.
Directe en indirecte tijd
De directe tijd, is de behandeltijd, waar de cliënt bij aanwezig is. Indirecte tijd, is de tijd voor alle werkzaamheden die voor de cliënten worden uitgevoerd, maar niet in de aanwezigheid van de cliënt.
Indirecte tijd wordt niet vergoed. Prestatiecode individueel dieetadvies (6006) kan gebruikt worden bij het opstellen van een dieetadvies, een voedingsberekening of het aanvragen van een machtiging. Deze prestatiecode is in te zetten per eenheid van 15 minuten.
Dossiervoering
Diëtisten zijn door de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) verplicht medische gegevens minimaal 20 jaar te bewaren. Dat kan op papier of digitaal. Als je praktijk wordt overgenomen, kan de overnemende partij je dossiers overnemen. Hiervoor moet je wel toestemming hebben van de patient. Als je praktijk stopt, blijf je verantwoordelijk voor de dossiers. Evry heeft een offline versie waarin niet meer gewerkt kan worden, maar waar je wel dossiers in kan raadplegen.
Ja. De cliënt is eigenaar van het dossier. Als het een papieren dossier is, moet dit in de versnipperaar. Een digitaal dossier verwijder je uit je EPD. Mocht het in de prullenbak van je computer komen, dan moet je ook die legen.
Diëtisten zijn door de WGBO (Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst) verplicht medische gegevens minimaal 20 jaar te bewaren. Dat kan op papier of digitaal.
Deze documenten zijn daarvoor:
EPD
Het gebruikt van een EPD is verplicht in de eerste lijn. Je houdt hierin de patiëntendossiers bij en je declareert via je EPD. Binnen de diëtetiek wordt gebruik gemaakt van Evry, Intramed en Balans. Zorginstellingen gebruiken soms andere declaratiesystemen.
Erkenning leefstijlcoach
Nadat je de bijscholing voor leefstijlcoach hebt gevolgd, wordt je portfolio getoetst. Als dit beoordeeld wordt met een voldoende ontvang je bericht. De NVD zorgt voor de registratie in het KP. Bij Vektis moet je dit zelf doen. Als de gegevens verwerkt zijn, staat er een L bij je profiel in Vektis. Dan is voor andere ook te zien dat je een geregistreerde leefstijlcoach bent.
Meer informatie te vinden op onze website onder Procedure kwalificatie leefstijlcoaching.
FBZ/vakbond
Elk NVD-lid, werkzaam binnen een cao, betaalt jaarlijks een bedrag aan de NVD voor het lidmaatschap van FBZ.
Ben je op eigen titel ook lid van bijv. FNV, dan betaal je dubbel.
Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek.
FBZ onderhandelt o.a. namens diëtisten werkzaam bij zorginstellingen over cao’s en sociale plannen en faciliteert o.a. rechtshulp.
FWG
We hebben een handboek en checklist FWG gemaakt om je te helpen bij de processen, deze is te vinden op onze website. Ook op de website van de FBZ vind je informatie terug over FWG en over hoe zij je kunnen helpen. Ook instellingen hebben vaak een eigen FWG-tool, vraag hiernaar als je informatie zoekt.
Elke instelling heeft een Interne Bezwaren Commissie FWG. In je cao en in protocollen in je instelling kun je de procedures vinden. Vraag eventueel FBZ om je te ondersteunen.
Iedere paar jaar wordt elke functie die beschreven staat in FWG opnieuw bekeken en eventueel herijkt. Hier rolt de ijkfunctie uit. Voor de herindeling voor de functie diëtist zou in 2021 of 2022 plaatsvinden, maar er is tot op heden nog geen planning vastgesteld.
Sommige instellingen hanteren dit zwart-wit: is de ijkfunctie 45 of 50, dan kun je nooit ingedeeld worden in 55. Maar als je (nieuwe) tekst niet past en 55 zou rechtvaardigen, zou hier wel van afgeweken kunnen worden.
Iedereen die werkzaam is binnen een cao wordt via de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) vertegenwoordigd door Federatie van Beroepsorganisaties (FBZ) bij de cao-onderhandelingen. Onze vakbond FBZ biedt elk lid per kalenderjaar 10 uur rechtshulp door een jurist. Zij kunnen onder andere helpen bij FWG. Zij denken graag met je mee, liefst voordat de tekst van je functiebeschrijving wordt vastgesteld. Zie ook de website van de FBZ.
Kijk in je eigen cao de regels na met betrekking tot aanvragen van herbeschrijven en herindelen van je functie. Vraag vervolgens aan om de tekst van je functiebeschrijving aan te mogen passen. Daarna kan deze opnieuw gewaardeerd worden. Als diëtisten een up-to-date functieomschrijving hebben, met meer aandacht voor bewegingsvaardigheid en psychische belasting, is de kans groter dat de fube in een hogere FWG-schaal wordt gewogen.
Zie ook handboek en checklist FWG op onze website.
Andere paramedici scoren vaak iets hoger, vooral op bewegingsvaardigheid. Met het uitvoeren van (BIA)metingen kan de diëtist daar ook hoger op scoren. Daarnaast is het belangrijk om ook psychische belasting goed te omschrijven om daar in de FWG hoger op te scoren.
Diëtisten scoren nu vaak 54,9 en andere paramedici 55,1. FWG kapt dit hard af naar 50 en 55.
Zie ook handboek en checklist op onze website.
De ijkfunctie diëtist heeft binnen FWG nu waardering 45 -50. FWG komt aan deze indeling door willekeurig functiebeschrijvingen diëtist op te vragen bij instellingen. Zonder enige toelichting waarderen zij de tekst die op papier staat. De laatste keer dat dit gebeurde leverde dit 45-50 op. Ondanks het feit dat, op een paar na, geen enkele diëtist in 45 was ingedeeld, maar juist in 50 of 55.
In je functiebeschrijving staan je taken en verantwoordelijkheden beschreven. Dat wordt gebruikt om je functie te waarderen en in te delen in een FWG-groep.
FWG staat voor: Functie Waardering Gezondheidszorg. Het is een instrument om waarde te koppelen aan taken en verantwoordelijkheden die beschreven staan in je functiebeschrijving. De indeling in een functieschaal wordt dan weer gekoppeld aan een salaris volgens cao.
Geschillencommissie
Ja, het is wettelijk verplicht om aangesloten te zijn bij een geschillencommissie. Lidmaatschap bij de NVD zorgt ervoor dat de diëtisten in de eerstelijn zijn aangesloten bij de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen zorg (WKKGZ). Diëtisten in loondienst vallen onder de regeling van hun werkgever.
GLI
Dit moet altijd per cliënt.
Elke praktijk heeft een administratie. Binnen deze administratie moet de BTW geregistreerd worden. Dit kan de praktijkhouder doen, of de boekhouder/accountant.
Ja, deze uren kunnen gelden voor het kwaliteitsregister.
Je kunt onder een andere diagnose dan de GLI indicatie in de basisverzekering en de ketenzorg doorbehandelen.
Een verwijzer bepaalt of iemand baat heeft bij het volgen van een GLI naast een ander zorgtraject. Als iemand al in een zorgtraject zit sluit dit deelname aan een GLI niet uit.
De locatie maakt niet uit. Je moet alleen wel recht hebben om GLI te geven, je moet een aantekening leefstijlcoach hebben.
De tarieven van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) zijn maximale tarieven, daar mag de verzekeraar onder gaan zitten. Je kunt 10% op het maximale tarief uitonderhandelen voor overhead kosten. Dit moet wel worden onderbouwd.
De tarieven van de GLI kun je vinden op de website van de NZa.
Ja dat moet. Er rust 21% BTW op de GLI gelden. Alle gelden omrent de GLI zijn BTW belast. De GLI wordt niet gezien als medische handeling maar als voorlichting, daarom heeft de belasting de btw-heffing erop gezet.
Klik hier voor meer informatie.
Handboek voor starten praktijk NVD
De NVD heeft een handboek voor het starten van een eigen praktijk ontwikkeld. Op dit moment (2023) wordt dit handboek herzien. Het oude handboek kun je hier downloaden.
Juridische hulp
De Federatie van Beroepsorganisaties (FBZ) mag je 10 uur per kalenderjaar inschakelen voor juridische hulp. Klik hier voor meer informatie.
Ketenzorg
Om voor ketenzorg in aanmerking te komen, moet de praktijk een contact aangaan met de zorggroep in de regio. Vraag bij de huisarts of een collega na wie dat is. Sluit je aan bij een regionaal netwerk van diëtisten/paramedici. De contracten worden steeds meer via het regionale netwerk geregeld.
Je moet aangesloten zijn bij een ketenzorg aanbieder om ketenzorg vergoed te krijgen.
Ketenzorg wordt ingezet voor chronische zorg. De financiering verloopt via de zorggroep. Voor meer informatie kun je naar financiering ketenzorg op onze website.
Ledenportaal
Nee, wijziging van naam of adres van de praktijk moet via ledenadministratie@nvdietist.nl. Een nieuwe praktijk toevoegen kun je wel zelf doen in je profiel op het Tabblad Werkgevers, dan Werkgever toevoegen.
Nee, wijziging van voor- en/of achternaam moet via ledenadministratie@nvdietist.nl
Nee, wijziging van e-mailadres moet via ledenadministratie@nvdietist.nl
Inloggen gaat nu met e-mailadres en een nieuw wachtwoord. Oude inlog met lidnummer en geboortedatum is komen te vervallen.
Lidmaatschap
Zie het Huishoudelijk reglement.
Dit is voor mensen die geen diëtist zijn; vaak werkzaam bij een bedrijf in de voedingsindustrie en dergelijke. Je hebt dan geen stemrecht, betaalt geen belangenbehartiging en hebt geen recht op individuele rechtshulp.
Organisatiegraad
Ja, dat kan, als je het over vakinhoudelijke kennis hebt. Zie hiervoor de KP-criteria 2020-2025.
Klik hier voor het dossier ‘samen sterk in de regio’.
De doelgroep voor dialoogsessie 1 zijn paramedici uit de COROP-plus regio die onderdeel zijn van een lokaal netwerk en praktijkhouders die geïnteresseerd zijn in het verkennen van samenwerking. Bij sessie 2 zijn ook stakeholders uit de regio uitgenodigd die van belang zijn voor het versterken van de organisatiegraad. Denk daarbij aan gemeente, huisartsengroepen, evt VVT, etc.
Pensioen
Er is geen pensioenfonds voor diëtisten.
Er zijn geen pensioenafspraken en er is geen cao voor diëtisten werkzaam in de 1e lijn.
Indien je in vast dienstverband werkt, wordt pensioen vaak door de werkgever geregeld. Dit moet je navragen.
PGO
Voor de patiënt/cliënt.
- Met een PGO kan de patiënt/cliënt eigen (medische) informatie overzichtelijk op één plek terugvinden.
- Met een PGO houdt de patiënt/cliënt zelf de regie over zijn eigen gezondheidsdata. Hij kan zelf bepalen of en wanneer hij zorgverleners informatie geeft.
- Door de informatie die in een PGO staat, kan de patiënt/cliënt zich beter voorbereiden op een bezoek aan de zorgverlener.
- Er zijn verschillende PGO’s met verschillende functionaliteiten waar de patiënt/cliënt uit kan kiezen.
- De patiënt/cliënt kan uitslagen en afspraken teruglezen op een moment dat voor hem uitkomt.
- Als de patiënt/cliënt van zorgverlener wisselt, heeft hij nog steeds toegang tot alle gegevens.
Voor de zorgverlener.
- Je hebt een gelijkwaardiger gesprek met de patiënt/cliënt, het dan wel belangrijk dat ze informatie in je EDP in begrijpelijk taal staat voor de cliënt/patiënt.
- Als een patiënt gegevens vanuit zijn PGO deelt met jou, krijg je een completer beeld van de patiënt/cliënt en zijn gegevens.
- Er zijn verschillende PGO’s met verschillende functionaliteiten. De ene PGO heeft bijvoorbeeld de functie dat je eigen bestanden kunt uploaden en de andere niet.
- PGO’s kunnen de betrokkenheid van de patiënt/cliënt bij de eigen zorg verhogen.
- PGO’s kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het medisch dossier. De cliënt/patiënt kan de gegevens controleren, waardoor het actueel blijft even eventuele fouten sneller gezien kunnen worden.
Het uitwisselen van medische gegevens in een PGO is gratis. Voor aanvullende functies kan een PGO-aanbieder een (klein) bedrag vragen.
Een PGO is een combinatie van toepassingen en apps. Het is een persoonlijk hulpmiddel voor iedereen die actief met de eigen gezondheid bezig is. Het is een omgeving van de patiënt/cliënt zelf, die bepaalt met wie hij gegevens deelt. Een EPD is een informatiesysteem en declaratiesysteem waarin jij werkt als diëtist.
Een EPD is dus voor jou. Een PGO (met MedMij-label) is van de patiënt zelf. Dat is het grootste verschil.
Door de informatiesystemen (EPD en PGO) van jou en de patiënt/cliënt volgens de MedMij-spelregels te koppelen, kunnen gegevens uitgewisseld worden tussen jou en de PGO’s. Daarmee krijgen patiënten/cliënten en – met hun toestemming – ook jij betere informatie tot hun beschikking, in een veilige omgeving.
Wanneer je de gegevens van je patiënt/cliënt in wilt zien moet de patiënt/cliënt deze gegevens met jou delen. Ze hebben zelf de keuze of dat ze dat willen doen.
Via je zorginformatiesysteem kun je online inzage bieden aan je patiënt. Het zorgsysteem moet daarvoor wel het MedMij label hebben, als dat niet zo is kan er geen informatie gedeeld worden. Vraag bij je EPD-leverancier na of en zo nee wanneer dit geregeld is.
MedMij is de Nederlandse standaard voor het veilig uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen zorggebruikers en zorgaanbieders. Deze uitwisseling vindt plaats via een PGO, een persoonlijke gezondheidsomgeving.
Een PGO is van de patiënt/cliënt. In een PGO met MedMij-label kan de patiënt/cliënt een kopie van de gegevens uit zijn medische dossier zetten. Zodra de patiënt/cliënt zijn gegevens in zijn PGO heeft ontvangen, is het onderdeel van zijn persoonlijke dossier. De patiënt besluit zelf met wie deze informatie gedeeld wordt. Jij als diëtist bent niet verantwoordelijk voor de data die in de PGO van de patiënt zitten. Je kan altijd blijven werken met je eigen systeem.
Alle PGO’s met het MedMij label communiceren allemaal op dezelfde manier met de zorginformatiesystemen die ook het label dragen. Het maakt dus niet uit welke PGO de patiënt gebruikt, zolang het maar de MedMij label heeft.
PGO is een afkorting voor persoonlijke gezondheidsomgeving. Dat is een app of website, waar je een kopie van je medische gegevens kunt bekijken. Vaak kun je ook gegevens toevoegen die je zelf meet, bijvoorbeeld bloeddruk of gewicht. Er zijn verschillende PGO’s waar je uit kunt kiezen.
Praktijk
Er is geen RI&E voor diëtisten beschikbaar. Als bureau gebruiken we de RI&E voor kantoren. Voor diëtisten die in verzamelgebouwen zitten is deze ook bruikbaar.
Als eigen praktijk zou je die van de fysiotherapeuten kunnen gebruiken.
De stagiair mag in je praktijk geen cliënten zelfstandig begeleiden, wel onder supervisie als stagiair. Vergoedingen hieromtrent mag je zelf afspreken met haar en bekijken, hier is geen regel voor. Jij declareert op jouw AGB alle consulten. Je betaling komt voort uit zorggelden. Je moet voor de kwaliteit van de consulten instaan en die moeten gelijkwaardig aan kwaliteit zijn, die je als volleerd diëtist levert. Zorg voor een goede vastlegging zodat bij klachten van patiënten bij de verzekeraar je kunt aantonen dat ze in een leeromgeving zit en begeleid wordt.
PREM
Per januari 2023.
Om een gevalideerde uitvraag van de Prem te krijgen, moet je dit via een meetbureau uitvragen. Dit kost geld. De NVD heeft binnenkort een opsomming van erkende meetbureaus die dit voor je kunnen doen. Zelf uitvragen kan ook, dat is gratis. Via Zorgkaart Nederland uitvragen kan gratis, maar deze uitkomsten zijn niet gevalideerd. De zorgverzekeraar verlangt gevalideerde gegevens.
De Prem wordt voor een aantal verzekeraars verplicht vanaf 1 januari 2023. Ook de NVD stimuleert het gebruik van de Prem.
Het wordt gebruikt om de ervaringen van cliënten door middel van wetenschappelijk gevalideerde vragenlijst te meten. Op deze manier kunnen we met elkaar de kwaliteit van het werk van de diëtist steeds meer inzichtelijk maken. Met de verkregen informatie kunnen diëtisten hun zorg ook verder verbeteren.
Klik hier voor meer informatie.
Regionalisatie
Via KP is het mogelijk punten per vergadering te krijgen. Zie hiervoor de kwaliteitscriteria 2020-2025.
Meldt je netwerk aan op het platform organisatiegraad.nl
Ben je NVD-lid en richt je een nieuw mono-/multidisciplinair samenwerkingsverband (paramedisch platform) op in jouw regio, of is jouw samenwerkingsverband nog niet bekend bij ons, laat het dan weten via bureau@nvdietist.nl Dan wordt jouw platform toegevoegd aan het overzicht.
Nee. Het programma Organisatiegraad stimuleert en ondersteunt netwerken bij oprichting en het verder professionaliseren. Deze ondersteuning bestaat uit het beschikbaar stellen van tools en informatie en ook het bieden van praktisch en strategisch advies aan netwerken in oprichting en netwerken die zich verder willen professionaliseren. Via ZON MW subsidie calls komen er financiën vrij voor oprichting en doorontwikkeling van de regionale netwerken. Deze financiën zijn (helaas) niet bedoeld om gewerkte uren te bekostigen.
Hier kan je in veel gevallen voor terecht bij de NVD of de ROS (Regionale Ondersteuningsstructuur) in jouw regio. Zij hebben een overzicht welke netwerken bij jou in de regio actief zijn en kunnen je helpen in contact te komen met het netwerk in jouw regio.
Er zijn landelijk al veel regionale paramedische netwerken actief. De een is verder ontwikkeld dan de andere. Allemaal hebben ze als doel dat ze gesprekspartner willen zijn voor hun samenwerkingspartners en stakeholders (bijv. ziekenhuis, gemeente of zorgverzekeraar) in de regio.
Het zorglandschap verandert continu. De huidige ontwikkelingen vragen om een integrale aanpak, waarbij paramedici samenwerken met andere zorgaanbieders in de regio, zowel op wijkniveau als op regieniveau. In toenemende mate wordt door regionale overleggen (zgn. ‘regeltafels’) bepaald hoe het zorgaanbod in de regio eruit komt te zien, hoe deze zorg georganiseerd wordt en hoe deze zorg bekostigd gaat worden. Het is noodzakelijk dat paramedici, naast bijv. de huisartsen, ziekenhuizen en gemeente, een serieuze gesprekspartner worden in dit regionale overleg. Dit kan alleen als er een regionaal netwerk bestaat dat gemandateerd is om afspraken te maken namens paramedici in die regio.
Saxenda
Op de website van ZN is een Q&A opgenomen met alle vragen rondom Saxenda. Klik hier om naar de website te gaan.
Dat is de voorwaarde die het Zorginstituut gesteld heeft. De NVD heeft om verduidelijking gevraagd.
Ja, allebei betreft het liraglutide.
Nee, die is er niet. Je kunt de leverancier benaderen voor meer informatie of raadpleeg het de website van het farmacotherapeutisch kompas.
Als diëtist lever je passende zorg en een behandeling op maat in een Samen beslissen model. Stel jezelf op de hoogte van het middel Saxenda, de werking en de eventuele bijwerkingen en ga in gesprek met je patiënt over het gebruik en de consequenties hiervan. Pas je behandeling hierop aan.
Ja dat mag.
Inzet van Saxenda® kan alleen overwogen worden indien een GLI niet succesvol is na één jaar behandeling (zie hiervoor Zorgstandaard Obesitas 2010). Vanwege het niet nog niet voorhanden zijn van erkende intensieve GLI (GLI+) programma’s, wordt in dezen de inzet van obesitas medicatie gekoppeld aan de in de Zorgstandaard Obesitas 2010 geldende voorwaarde bij een erkend GLI programma: pas als een GLI niet succesvol is na 1 jaar, kan obesitas medicatie overwogen worden.
Zorginstituut Nederland heeft vastgesteld wat de voorwaarden zijn die gelden om voor vergoeding in aanmerking te komen.
Op de website van Zorginstituut Nederland vind je meer vragen en antwoorden, een apotheekinstructie en artsenverklaring.
Verlaat vervolgconsult
Een verwijzing is een jaar geldig. Als er tussen het laatste consult en het eerstvolgende consult een jaar zit, wordt dit gezien als nieuwe verwijzing. Je dient het vervolgconsult als nieuwe intake. Je hoeft niet perse de volle 60 minuten hiervoor te gebruiken.
Verwijsgids kanker
Verwijzing
Op basis van de vraag of er sprake is van een doorverwijzing van de patiënt door een arts (of onder verantwoordelijkheid van een arts) of van een overdracht (door een andere diëtist) wordt bepaald welke prestaties in rekening mogen worden gebracht. Bij een doorverwijzing is dit de prestatie voor intake en onderzoek na verwijzing (prestatie d). Bij een overdracht zijn dat de prestaties voor screening, intake en onderzoek (prestaties a tot en met c). De toelichting bij deze prestaties vind je in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor extramurale diëtetiek, onder Artikel 3.
Op een verwijsbrief hoort duidelijk de naam van de verwijzer te staan, een datum en een AGB-code. Vervolgens vult de verwijzer in waarvoor verwezen wordt met de relevante medische gegevens, zoals bloedwaarden en onderzoekuitslagen. Een verwijzer kan aangeven of er een huisbezoek gedaan moet worden of niet. Tegenwoordig gaan verwijzingen vaak digitaal, maar met de komst van de directe toegankelijkheid zien we steeds minder verwijsbrieven. In de ketenzorg wordt gebruik gemaakt van een EPD, dat toegankelijk is voor meerdere zorgverleners. Er wordt een vraagstelling geformuleerd naar de diëtist, de overige gegevens bevinden zich in dat EPD, en zijn niet als zodanig apart gegenereerd op een pagina.
Vind een diëtist
Op het Tabblad Profiel moet ‘Werkt u binnen een vrije vestiging’ aangevinkt zijn en bij Type vrije vestiging moet ook 1 keuze gemaakt worden (eerstelijnspraktijkhouder of eerstelijnspraktijk in loondienst). Zie ook de pdf en/of de instructievideo.
In het ledenportaal, bovenaan op Tabblad Werkgevers, moet ‘Vindbaar’ op ‘Ja’ staan/gezet worden per praktijk/werkgever. Op het Tabblad Profiel moet ‘Werkt u binnen een vrije vestiging’ aangevinkt zijn en bij Type vrije vestiging moet ook 1 keuze gemaakt worden (eerstelijnspraktijkhouder of eerstelijnspraktijk in loondienst). Zie ook de pdf en/of de instructievideo.
Waarneming
Elke afgestudeerde zorgverlener is verplicht een AGB-code te hebben om te kunnen declareren. De aanvraag duurt ongeveer 3 tot 5 weken. In de tussentijd kan de niet afgestudeerde consulten geven op jouw naam en kun je dat zelf declareren, je bent dan eindverantwoordelijke. Onderling moet worden afgesproken hoe dat financieel wordt verrekend.
Wet- en regelgeving
Lees hier welke wet- en regelgeving voor jou als diëtist relevant is.
WTZa
De huidige regels voor een transparante financiële bedrijfsvoering voor alle zorgaanbieders die worden betaald
uit de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz) blijven bestaan. Het verschil: de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat toezicht houden op de naleving.
De regels voor een transparante financiële bedrijfsvoering borgen de publieke belangen bij zorginstellingen. Zo is de bedrijfsvoering inzichtelijk en controleerbaar.
De verplichte jaarverantwoording is op pauze gezet. Dit geldt voor diëtistenpraktijken die voor 1 januari 2022 al zorg verleenden en voor wie de openbare jaarverantwoording nieuw is. Zij hoeven geen openbare verantwoording af te leggen over de boekjaren 2022 en 2023. Ben je in 2022 gestart of heb je je KVK-nummer gewijzigd, dan ben je wel verplicht de jaarlijkverantwoording voor 1 juni 2024 openbaar te maken. Dit geldt ook voor herintreders die na 1 januari 2022 bij het CIBG hebben gemeld opnieuw zorg te gaan verlenen. Meer informatie vind je op de website Jaarverantwoording in de zorg.
In principe hebben alle vergunningsplichtige zorginstellingen een interne toezichthouder.
De vergunning legt meer nadruk op de kwaliteit van zorg en kent geen automatische toegelaten instellingen meer. Daarbij zijn er meer weigerings- en intrekkingsronden. Met de vergunning laat je zien dat je aan de geldende voorwaarden voldoet.
Door de meldplicht krijgt de inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een beter beeld van zorgaanbieders, zo ook van de diëtist, en kunnen ze beter toezicht houden.
Diëtisten die willen starten’, moeten zich binnen drie maanden voor de startdatum melden.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking. De Wtza geldt voor alle zorg- en jeugdhulpaanbieders.
Wanneer je als diëtist aan de eisen van de Wtza voldoet, laat je zien dat je staat voor goede zorg, dat je transparant wilt zijn naar alle betrokken en dat je daarop aangesproken kunt worden.
Dit versterkt het vertrouwen in de kwaliteit van de zorg. Voor zzp’ers is met name het melden relevant.
De Wtza kent verschillende onderdelen:
- Melden
- Vergunning en intern toezicht
- Jaarverantwoording
- Financiële bedrijfsvoering