“Verzamelen van bewijs is niet alleen nuttig voor mij, maar voor alle diëtisten en hun praktijken”
Donderdag 11 november 2021Niet alleen de diëtisten in hun vak, maar ook de diëtetiek als geheel verder vooruit helpen. Dat is een gedachte die duidelijk naar voren komt in de inaugurele rede van de eerste diëtist-hoogleraar Marian de van der Schueren. Ze sprak deze uit op 11 november tijdens de aanvaarding van haar bijzonder hoogleraarschap aan Wageningen Universiteit, dat mede is mogelijk gemaakt door de Nederlandse Vereniging van Diëtisten.
In haar rede legt ze meer dan eens de nadruk op het belang van een wetenschappelijke onderbouwing van de behandeling door diëtisten om de waarde van de diëtist in de maatschappij en zorgsector beter te verankeren. Volgens haar vraagt het veranderende landschap meer dan ooit dat diëtisten, evenals andere paramedische beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, investeren in wetenschappelijk bewijs. “Er werken meer diëtisten in de eerstelijnsgezondheidszorg, maar het onderzoek blijft meestal beperkt tot het ziekenhuis of zelfs tot de academische setting. Daarom pleit ik voor meer onderzoek in de eerste lijn, ook al vraagt dat om aanpassing van werkwijzen, meer tijd en een meer gestructureerde manier van werken, bijvoorbeeld: gestandaardiseerde overlegmomenten en vast te verzamelen parameters. Dit dient te gebeuren naast de kernpunten waar diëtisten goed in zijn: het vertalen van dieetadviezen naar een persoonlijk en makkelijk te adopteren advies. Voor veel diëtisten kan deze manier van werken aanvoelen als buiten hun comfortzone treden, maar uiteindelijk zullen ze hun investering terugverdienen.”
Beroep op medewerking
De kersverse hoogleraar doet daarmee een beroep op de medewerking van diëtisten om dit mogelijk te maken. ”Ik weet dat ik daarmee veel vraag aan diëtisten die in de eerste lijn werken”, zegt Marian. “Ze hebben te maken met een verhoogde werkdruk, waarbij werk verschuift van de ziekenhuisomgeving naar de poliklinische omgeving, en tegelijkertijd vragen we hen dan om te werken volgens de hoogste kwaliteitsnormen en om deel te nemen aan mijn en andere onderzoeks- en kwaliteitsverbeteringsprojecten, maar we zullen dit nodig hebben om de effectiviteit van dieetinterventies aan te kunnen tonen.”
En daarbij geeft ze ook rekenschap van wat dat betekent, “want ondertussen blijven de salarissen van diëtisten erbarmelijk, wat niet erg helpt bij het motiveren van onze collega’s om een ??extra stap te zetten voor de wetenschap.” Lichtpuntje is volgens Marian de uitspraak van de voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit, Marian Kaljouw, tijdens de NVD-Diëtistendagen, dat het de wens is dat diëtisten worden gefaciliteerd te werken zonder tijds en financiële beperkingen. “Als ik het goed begrepen heb wordt dit verwerkt in het nieuwe Regeerakkoord, wat heel goed nieuws is voor mijn wens om diëtisten te ondersteunen bij methodologisch werken.”
Diëtisten ondersteunen
Een ding is duidelijk in de rede, aan ambitie ontbreekt het niet en de lat ligt hoog, maar ze doet dat niet alleen te behoeve van haar hoogleraarschap: “Ik hoop dat mijn collega’s begrijpen dat het verzamelen van bewijs niet alleen nuttig is voor mij en mijn onderzoeksprojecten, maar vooral voor henzelf en hun eigen praktijken. Mijn missie voor de komende jaren zal zijn om diëtisten te ondersteunen bij het implementeren van praktijkgericht bewijs in hun dagelijkse praktijk, omdat dit het vak vooruit helpt.” En hiervoor is ze voornemens een cursus voor diëtisten te starten om hen te ondersteunen bij practice based evidence.