Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Nieuwsmisc/arrow-dots-blackNieuw onderzoek brengt vleesconsumptie en flexitarisme in de Lage Landen in kaart

Nieuw onderzoek brengt vleesconsumptie en flexitarisme in de Lage Landen in kaart

Woensdag 29 juni 2022

Er komen steeds meer vegetarische producten op de markt en steeds vaker hoor je mensen zeggen dat ze vegetarisch eten. Misschien herkenbaar, maar is de eetcultuur die gecentreerd is op vlees nu echt aan het verschuiven? Een nieuwe studie van de onderzoekers Hans Dagevos (Wageningen University & Research) en Wim Verbeke (Universiteit Gent) geeft hier duidelijkheid over.

In hun artikel ‘Meat consumption and flexitarianism in the Low Countries’ schetsen Dagevos en Verbeke een beeld van de vleesconsumptie in Nederland en België in het afgelopen decennium, 2010-2020. Ze hebben daarbij gekeken naar de aankoopgegevens afkomstig van huishoudens en verkoopcijfers (voorraadbalansgegevens). Het artikel is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Meat Science.

Conclusie over vleesconsumptie

De onderzoekers concluderen dat er in de eetpatronen van de Nederlanders en Belgen ‘enige veranderingen plaatsvinden’, maar de gegevens in het onderzoek suggereren “dat oproepen tot vleesvermindering eerder resoneren in termen van de houding, het bewustzijn en de intenties van mensen, dan in openlijke gedragsveranderingen in het voedingspatroon. Al met al geven onze bevindingen reden om te concluderen dat het gevestigde op vlees gecentreerde voedsel systeem en de dominante vleesetende cultuur nog steeds de overhand hebben in de Lage Landen”, aldus de onderzoekers.

Intentie om vleesconsumptie te minderen

In het onderzoek komt naar voren dat consumenten, zowel in Nederland als in België, aangegeven dat ze hun vleesconsumptie willen verminderen, maar een dalende lijn in de daadwerkelijke consumptie zien de onderzoekers nog niet terug in de cijfers Er wordt er nog steeds veel vlees geconsumeerd. In Nederland bedraagt dit ongeveer 39 kg per persoon per jaar en in België 36,3 kg per persoon per jaar. 

In het onderzoek wordt een studie aangehaald van De Boer en Aiking. Hieruit komt naar voren dat een meerderheid van de consumenten in Noordwest-Europa een rol voor zichzelf ziet weggelegd bij het verduurzamen van het voedselsysteem. Een grote minderheid ziet vleesvermindering echter als onderdeel van een gezonde en duurzame voeding.

Verschillen Nederland België

Zijn er verschillen tussen Nederlandse en Belgische consumenten? Uit de studie van Dagevos en Verbeke komt naar voren dat ten minste een deel van de Nederlandse voedselconsumenten verklaart hun vleesconsumptie te hebben verminderd en/of de intentie heeft de vleesconsumptie te verminderen. Wanneer er echter wordt gekeken naar de cijfers van vleesconsumptie, lijkt er geen daling in te zijn. De vleesconsumptie in België (in de thuissituatie) is daarentegen is aanzienlijk en gestaag gedaald, al ligt het consumptieniveau in absolute cijfers nog boven dat van het Nederlandse. 

Hoe zit het met flexitariërs?

In het artikel is ook gekeken naar flexitariërs, de groep consumenten die de vleesconsumptie beperkt door af en toe geen vlees of vleesproducten te eten. Het flexitarisme wordt vaak gezien als een voedingsstijl die zou kunnen opgepakt door de consument om de nadelige gevolgen van de huidige vleesproductie en vleesconsumptie voor het milieu, gezondheid en het dierleed te verlichten. Dit blijkt zowel in Nederland als in België zo te zijn, constateren Dagevos en Verbeke, het aantal flexitariers groeit dan ook.

Richtlijnen goede voeding

De onderzoekers wijzen erop dat de vleesconsumptie in Nederland en België nog steeds ver boven de nationale richtlijnen liggen en boven en de voedingsaanbeveling van de zogeheten EAT-Lancet Commission. En op basis van hun studie denken ze dat dit de komende jaren ook nog zo zal blijven. De ‘waarschuwingsgeluiden’ van de wetenschappelijke gemeenschap en de volksgezondheidsautoriteiten over het belang van het veranderen van voedingspatronen, waarin minder vlees eten een rol speelt, lijken tot nu toe niet aan te komen bij de consument. De onderzoekers noemen de veranderingen in de Lage Landen bescheiden en gemengd.

We stelden aan Hans Dagevos nog wat aanvullende vragen met betrekking op het artikel.

Welke rol spelen diëtisten bij verandering van voedselpatronen?

‘Diëtisten kunnen in hun praktijk duidelijk maken aan mensen dat minder vlees prima en gemakkelijk kan omdat we over het algemeen dus ver boven de voedingsadviezen eten. Dit simpele besef is bij veel mensen helemaal niet aanwezig, dus dat kan helpen en geruststellen. Diëtisten kunnen bovendien helpen om het plantaardige alternatief op een aantrekkelijke en eenvoudige wijze te integreren in het dieet zodat het idee van mensen wordt weggenomen dat je heel je voedingspatroon moet omgooien of een totaal andere manier van koken en kopen van eten zou moeten aanwennen’.  

Wat is volgens u nodig voor deze verandering?

‘Simpelweg kun je gedragsverandering benaderen vanuit willen, weten en kunnen. Het gaat dus om de motivatie voor meer plantaardig eten te stimuleren, door kennis erover te vergroten, bijvoorbeeld dus door diëtisteninformatie zoals hierboven geschetst, en door voedselvaardigheden en productassortiment. Met dit laatste gaat het bijvoorbeeld over lekker leren koken zonder vlees of over de opties die er aan plantaardige vleesalternatieven bijkomen en de vleesloze keuze vergemakkelijken’.

Hoe belangrijk is de verandering van de eetcultuur voor duurzaamheid en eiwittransitie volgens u?

‘Heel belangrijk. In feite komen in een eetcultuur naar meer plantaardig eten alle grote issues van de wereld van landbouw en voedsel samen: minder dierlijk, meer plantaardig heeft betrekking op duurzaamheid, gezondheid, dierenwelzijn en mondiale voedselzekerheid. Iedereen kan hier met zijn of haar eetpatroon en de voedingskeuzes die je elke dag maakt dus een meer of minder positieve bijdrage aan leveren’. 

Auteurs

Afbeelding voor Ilse Leemreijze

Ilse Leemreijze