Een dubbele set ogen voor dementerende ouderen
Vrijdag 8 oktober 2021Gezonde voeding behouden en ondervoeding voorkomen; bij veel kwetsbare ouderen is dat een uitdaging. Helemaal als ze dementerend zijn. De combinatie diëtist ergotherapeut biedt perspectief. Omdat je dan twee paar ogen hebt voor – uiteindelijk – een zelfde taak.
Dementerende thuiswonenden ouderen kampen met problemen, en met hen hun mantelzorgers: onrust, niet of steeds langzamer eten, veranderde reuk en smaak en veiligheidsrisico’s, om er maar een paar te noemen. In een documentaire over de 77-jarige Henk en zijn mantelzorgende zus komt het probleem van thuiswonenden ouderen met dementie duidelijk naar voren als zij vertelt dat ze maar weer twee nieuwe broeken voor hem heeft gekocht; twee maten kleiner dan die van een paar maanden geleden…. Zus verzucht: “Het is een schande dat kwestbare ouderen in Nederland gewoon niet de basiszorg krijgen, namelijk goed eten en drinken.” Want, ‘zolang Henk zijn hand nog naar zijn mond kan bewegen’ komt er geen extra hulp, zo luidt de regel.
Paramedici onderbelicht
Het document ‘Standaardzorg dementie 2020’ beschrijft dementie als palliatieve zorg (het is tenslotte een progressieve ziekte) met oog voor behoud van functionaliteit en kwaliteit van leven. Daar is een heel netwerk van zorgmedewerkers bij betrokken. Maar de rol van paramedici is daarin zwaar onderbelicht. Terwijl de diëtist en de ergotherapeut op dit gebied een gouden koppel (kunnen) zijn. Zo onderzochten Emmelyne Vasse en collega’s in het TrEAT-onderzoek.
Een TrEAT!
Na grondig literatuuronderzoek ‘zijn ze bij thuiswonende kwetsbare en dementerende ouderen maar gewoon begonnen met onderzoek doen in de praktijk’. Vasse: “Het ‘hoe’ en ‘wat’ van eten, respectievelijk begeleid door de ergotherapeut en de diëtist. Want wat je eet wordt in grote mate bepaald door hoe je nog kunt eten. Ze hebben daarvoor in het TrEAT-onderzoek zes sets gevorm van een diëtist en een EDOMAH ergotherapeut (die zijn gespecialiseerd in diagnostiek en behandeling van oudere cliënten met dementie). Deze gingen ‘interprofessioneel’ samenwerken, wat door een gezamenlijk doel en nauwer overleg intensiever is dan een multidisciplinaire samenwerking.
Meer ogen voor één doel
Diëtist Gerda Wilhelm vormde een helft van die setjes. Zij heeft ervaren hoe je een ergotherapeut met andere ogen naar het eten en drinken van een patiënt kijkt; subtiel maar relevant verschillend. “Zij vragen niet hoe iemand iets doet, maar ze zeggen: Laat u maar eens zien hoe u dat doet.” En zij leggen zich niet neer bij: ‘deze mijnheer is zeer vergeetachtig, dus het heeft geen zin om hem nog iets aan te leren’. Nee, ze kijken welke routine deze mijnheer kan gebruiken om voor hem belangrijke dingen tóch nog voor elkaar te krijgen. “Je kijkt naar hetzelfde probleem, met nèt even andere ogen, maar wel met precíes hetzelfde doel. Dat biedt voordelen voor de cliënt (praktisch en overzichtelijk) en is ook zeer leerzaam voor je eigen werk, het verbreedt je blik. Maar het is niet altijd makkelijk of vanzelfsprekend. Zo verwijst een huisarts bijvoorbeeld niet graag naar twee disciplines tegelijk. Maar het is een experiment om de praktijk verder te onderzoeken. Want met zulke goede signalen en resultaten, is het zeker de moeite waard om dit verder te verkennen én ervaren.