Column: In de zorg moeten we elkaar beter leren kennen
Vrijdag 9 juni 2023Komende week hervatten we met 14 organisaties de gesprekken over een visie op de eerste lijn, een opdracht vanuit het IZA. De eerste lijn is de plek waar veel vraag naar zorg terecht gaat komen en waar veel zorg naar overgeheveld moet worden. Hoe houden we de eerste lijn toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit?
Ondertussen reikte de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) ons een waardenkader aan. Eén van de aanbevelingen luidt: “zorg voor een langdurig vast klein hecht multidisciplinair team. In dit vaste team zitten in ieder geval een huisarts-generalist, een care-generalist (wijkverpleegkundige) en een sociaal-generalist (maatschappelijk werker). Zij hebben langdurige verbintenis met de wijk of populatie en met andere daar aanwezige eerstelijns zorgverleners.” Denk bijvoorbeeld aan de apotheek, diëtist, fysiotherapeut, ouderenspecialist en overige paramedici.
De Raad voegt er aan toe dat samenwerken vraagt om innovatieve vormen en geeft mee dat we over de grenzen heen moeten kijken van hoe het nu is geregeld.
Wat ik de afgelopen maanden heb meegenomen uit de gesprekken, is dat werkplezier cruciaal is. We moeten als eerstelijns zorgverleners elkaar beter leren kennen. Ook moeten we elkaars kunnen beter gaan respecteren. Zonder dat is het moeilijk om het beste te doen voor iedereen die aangewezen is op onze zorg. En die muurvaste cultuur van hiërarchisch denken die zo typisch is binnen de zorg, die moeten we ook maar een beetje proberen uit te dagen. Iedereen doet er toe in de zorg.
Belangrijk wordt ook hoe de eerste lijn de samenwerking met het sociaal domein inzet. Want niet alles wat zorg lijkt, is ook zorg. Maar laten we eerst maar eens beschrijven wat we samen gaan doen voordat we die knoop doorhakken…
Ik zie uit naar de gesprekken de komende tijd onder leiding van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.